Beheereisen

• Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.
• Pakket l, m en q t/m u: Voorweiden en daarna rust: Het grasland wordt vanaf 1 maart envóór de rustperiode niet gemaaid.

Aanvullende beheervoorschriften

• In de rustperiode vinden geen bewerkingen plaats, ook geen beweiding.
• Het te voet betreden van het perceel moet zoveel mogelijk worden beperkt. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor maatregelen in het kader van het ANLb zelf, maar ook deze moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Adviezen

• Het advies is om de voorjaarsbemesting achterwege te laten en na de rustperiode te bemesten. Dit voorkomt een veel te zware snede na de rustperiode. Weidevogelkuikens kunnen zich moeilijk voortbewegen door een zwaar gewas.

Aanvullende beheervoorschriften

• Plasdrassen kunnen op een heel perceel of deel van het perceel liggen. Plasdras zetten van het land rondom greppels of langs slootkanten is ook mogelijk.
• De plasdras wordt gecreëerd met pompen, dammetjes, afsluiten greppels of andere maatregelen.
• Het plasdraspakket heeft betrekking op het drassige deel van een perceel. Dat deel moet in zijn geheel drassig zijn.
• Om plasdras tot productieve (landbouw)grond te laten behoren is minstens één keer per jaar een maaibeurt nodig. Eventueel kan het helpen om de kale, slikkige grond in te zaaien.
• Om de plasdras niet te omgeven met een te zwaar gewas, moet het hele perceel vooraf niet worden bemest, gesleept of gebloot.

Aanvullende beheervoorschriften

• Nesten moeten worden geregistreerd en je moet ook aan kunnen tonen dat er naar nesten gezocht is, ook als er geen nesten zijn. Het liefst zien we dat nesten digitaal worden geregistreerd, bijvoorbeeld in de Boerenlandvogelmonitor, BFVW, Avimap, met een registratie die actueel is. Eventueel registeren via stalkaarten. Via deze registratiemiddelen wordt bijgehouden dat er gezocht is.
• Pakket a: De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of meerdere malen gecontroleerd op aanwezige legsels. Monitoring van nesten en kuikens zoveel mogelijk zonder betreding van het veld uitvoeren (bijvoorbeeld vanaf de rand van het perceel of met drones).
• Pakket a: Een nestenclave heeft een doorsnede van minimaal 8 meter (straal van minimaal 4 m), wanneer de enclave de vorm van een cirkel heeft.
• De pakketten met kuikenvelden (d t/m h) volgen op pakket a. Dus dit pakket start met pakketvariant 4a, waar nodig wordt het deel met de kuikenvelden omgezet naar 4d t/m 4h.
• Pakket d t/m h: In de rustperiode zijn bewerkingen en beweiding niet toegestaan
• Pakket d t/m h: Kuikenvelden in de vorm van stroken zijn ten minste 6 meter breed.

Aanvullende beheervoorschriften

• Soortenrijkdom
• Het grasland mag niet worden gescheurd en/of gefreesd.
• Het streven is dat kruidenrijk grasland via natuurlijke processen kruidenrijk is. Bij gebrek aan soorten in de zaadbank of in de omgeving kan pleksgewijs worden ingezaaid met een autochtoon, streekeigen mengsel of met soortenrijk hooi zaden worden aangevoerd. Dit is alleen een optie als de productiviteit gematigd is (rond 5-7 ton droge stof/hectare).
• Beweiding en maaien
• Buiten de rustperiode wordt het gewas jaarlijks gemaaid en maaisel afgevoerd. Dit stimuleert de groei van bloeiende kruiden. Een tweede en/of derde keer maaien en afvoeren is toegestaan.
• Iedere maaibeurt een kruidenrijk deel (10% of meer) laten staan, is gewenst. Dit is gunstig voor zaadzetting van bloeiende kruiden en voor insecten.
• Bewerkingen, waaronder beweiding, zijn in de rustperiode niet toegestaan, daarbuiten wel. Bij voorweiden mag je niet bloten.
• Bemesting
• Pakket a t/m g: Uitsluitend bemesting met vaste mest is toegestaan buiten de rustperiode. Dit pakket kan cumuleren met het pakket Ruige mest, ongeveer 5-10 ton per ha. Bij voorkeur bemesten na de rustperiode, om een te zwaar gewas te voorkomen.
• Overige
• Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. voor pleksgewijze bestrijding van haarden van probleemonkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel, op maximaal 10% van de beheereenheid.

Aanvullende beheervoorschriften

• In de periode van extensief beweiden vinden geen bewerkingen plaats, zoals maaien, rollen, slepen, scheuren, frezen, (her)inzaaien, doorzaaien en bemesten.
• In periode van extensief beweiden is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan. Buiten die periode is chemische onkruidbestrijding toegestaan, m.u.v. voor pleksgewijze bestrijding van haarden van probleemonkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel, op maximaal 10% van de beheereenheid.

Aanvullende beheervoorschriften

• De beheereis moet in dit beheerpakket ingevuld worden met ruige stalmest.
• Dit pakket kan alleen in combinatie met een ander beheerpakket worden afgesloten.
• Op de beheereenheid wordt in een kalenderjaar ten minste 5 en maximaal 10 ton ruige stalmest per hectare uitgereden, dit om te voorkomen dat de grasmat te zwaar voor weidevogelkuikens wordt.
• De ruige stalmest wordt in één keer opgebracht.
• Als er sprake is van een rustperiode wordt de mest vanaf de dag volgend op de einddatum van de rustperiode van het betreffende agrarische beheerpakket tot de toegestane einddatum volgens de mestwetgeving uitgereden.
• Bij voorkeur wordt er niet vóór de rustperiode uitgereden, omdat dat leidt tot een te zwaar gewas dat slechte voederkwaliteit heeft. Daarnaast bestaat het risico dat het gewas doorschiet, platslaat of vervilt.
• Overleg met het collectief over het beste moment om de mest uit te rijden. Als er ruige mest is uitgereden, dan moet er niet in dezelfde periode ook drijfmest uitgereden worden.

Aanvullende beheervoorschriften

• De natuurvriendelijke oever is minimaal 3 meter breed.
• Een natuurvriendelijke oever wordt gefaseerd gemaaid: ongeveer één derde blijft jaarlijks staan in blokken of sinusbeheer.
• Maaien van de natuurvriendelijke oever mag alleen gebeuren in de periode half augustus en eind oktober.
• Het maaisel moet worden afgevoerd binnen een week na het maaien. Als het langer blijft liggen, kruipen er allerlei dieren in (onder andere insecten, en muizen). Voorkomen van verruiging, droge vegetatie, direct afvoeren. Dan is het gewenst om het op een vaste hoop te laten liggen.
• Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. voor pleksgewijze bestrijding van haarden van probleemonkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel. Niet branden in het element of in de directe omgeving van het element.
• Bemesting is niet toegestaan.
• Voorkom vertrapping door vee, door bijvoorbeeld mobiele drinkbakken of zelfdrinkers.
• Pakket a: De oppervlakte wordt niet beweid.
• Pakket b: Uitsluitend beweiding met schapen toegestaan.

Beheereisen

• Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stal- kaart of via geo informatie).
• Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min 90 % van de oppervlakte.
• Minimaal 2 verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transect aanwezig in de periode 1 april tot 1 oktober.
• Pakket a (verschralen productief grasland): Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, via een rustperiode van 1 april tot 27 april.
• Pakket b (doorbreken Witbol dominantie): Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, via een rustperiode van 1 april tot 22 mei.
• Pakket c (kuikenveld bij verschralen productief grasland): Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, via een rustperiode (vanaf 1 april) tot 15 juni.
• Pakket d (kuikenveld bij doorbreken Witbol dominantie): Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, via een rustperiode (vanaf 1 april) tot 15 juni.

Aanvullende beheervoorschriften

• Pakket a: De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of meerdere malen gecontroleerd op aanwezige legsels. Monitoring van nesten en kuikens zoveel mogelijk zonder betreding van het veld uitvoeren (bijvoorbeeld vanaf de rand van het perceel of met drones). 
• Nesten moeten worden geregistreerd en je moet ook aan kunnen tonen dat er naar nesten gezocht is, ook als er geen nesten zijn. Het liefst zien we dat nesten digitaal worden geregistreerd (Boerenlandvogelmonitor, BFVW, Avimap), met een registratie die up-to-date is. Registeren kan eventueel via stalkaarten.
• Bij het beschermen van nesten wordt gebruik gemaakt van nestmandjes (verplaatsen en terugzetten) en nestpannen. Als om een nest heen gewerkt wordt dan minimaal 4m afstand houden tot het nest.
• Legselbeheer op bouwland en een rustperiode op bouwland heeft alleen zin als er aangrenzend opgroeihabitat voor kuikens aanwezig is. Daarom moet er ook gezorgd worden voor opgroeihabitat, zoals kruidenrijke akkerranden of direct aangrenzend weidevogelgrasland.

Beheereisen

• Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat van 15 maart tot 15 juli uit braak – spontane
  opkomst.

Aanvullende beheervoorschriften

• Een kievitstrook bestaat uit een strook van minimaal 6 meter.
• De strook wordt van 15 maart tot 15 juli niet bewerkt.
• Dit pakket kan het beste gecombineerd worden met pakket 42 (Legselbeheer op bouwland), het wordt dan als strook in of rand langs het perceel gelegd. Het mag niet overlappen.

Adviezen

• De rand bestaat bij begin rustperiode uit kaal gemaakte grond waar een spontane vegetatie kan opkomen. Indien er bij aanvang van de pakketperiode al een vrij zware begroeiing aanwezig is, kan deze worden ondergewerkt.

Aanvullende beheervoorschriften

• Predatierasters moeten gedurende het weidevogelseizoen worden onderhouden. Er is een wekelijkse controle van het raster; spanning meten en vegetatievrij maken (bij voorkeur met elektrische motorzeisen, geven minder herrie dan motorzeisen. Onderhoud is gebieds- en soortspecifiek.
• Houd de draad vrij van ondergroei, zowel voor gebiedsrasters als voor nestrasters.
• Meet de spanning van de draden van gebiedsrasters en repareer eventuele spanningslekken. Ten minste wekelijks de spanning controleren en voor voorkeur meerdere keren in de week.
• Het raster staat tot de einddatum. Als er op de einddatum van de pakketvariant nog bescherming noodzakelijk is, moet het raster in stand blijven zolang nodig, en op aangeven collectief.
• Het pakket mag overlappen met een ander ANLb-pakket, zowel op agrarische grond (grasland of bouwland) als landschapselementen (sloten, natuurvriendelijke oever), let hierbij wel op de praktische uitvoerbaarheid van het gesloten houden van het stroomcircuit en het voorkomen van stroomlekken. Overlap met ANLb is niet verplicht. Het collectief bepaalt de geschikte plek. Let wel op de referentielaag en bedrijfspercelen die onder het beheer liggen.
• Boerennatuur Midden Groningen geeft opdracht aan Poortman techniek voor het plaatsen en verwijderen van de rasters. Het maaien en wekelijkse controle is ook in opdracht van Boerennatuur Midden Groningen gegeven aan derden. (Loonwerker, hovenier of vrijwilliger)
• Het raster wordt geplaatst in overleg met beheerder, boer en Poortman techniek bv. Vanwege praktische redenen wordt het raster 1 meter van de insteek geplaatst en met zo weinig mogelijk bochten.
• De palen en het draad met bijbehoren worden door de beheerder in de schuur netjes opgeborgen.
• De vergoeding voor dit pakket word aangevraagd op naam van de boer. Doordat Boerennatuur Midden Groningen het plaatsen, onderhouden en weer verwijderen van het raster faciliteert, is de vergoeding voor Boerennatuur Midden Groningen.